Carnaval en alcohol
Het is weer carnaval. Dat betekent feest, gezelligheid en voor veel jongeren hun eerste glas alcohol. Ouders hebben meer invloed op het drinkgedrag van jongeren dan ze vaak zelf denken. Daarom deel ik hier een aantal tips.
Leve de lol
Tijdens carnaval kunnen jongeren gemakkelijk verleid worden om een glas alcohol te drinken. Des te meer omdat carnaval bekend staat als het feest van ‘lang leve de lol’. Het inschatten van de leeftijd van jongeren is voor obers tijdens de carnaval moeilijker. Niet alleen omdat de werkdruk deze dagen enorm hoog is, maar ook vanwege allerlei soorten vermommingen van de jongeren. Het gebeurt daarom geregeld dat iemand onder de 18 jaar een glas bier, wijn of mix in zijn handen krijgt.
Groepsdruk speelt, zeker met carnaval, een grote rol bij het alcoholgebruik van jongeren. Groepsdruk en groepsnormen kunnen mede aan de basis liggen van het vaker gebruiken van alcohol. Vanuit de behoefte om ergens bij te horen en voor 'vol' aanzien te worden, kan je kind mee gaan drinken. Dit is vooral kenmerkend voor jongeren in grote groepen. Jongeren kunnen soms in competitie gaan met elkaar om te zien wie het meeste alcohol kan drinken. Veel kunnen drinken staat voor de jongeren gelijk aan sterk zijn. Drink je weinig, dan ben je een watje. Als je de effecten van alcohol als plezierig ervaart, is de kans groot dat je vaker gaat drinken.
Gevaren
Dronken worden, losbandig gedrag, overgeven en katers zijn vaak de dingen waar we aan denken bij alcoholgebruik. Minder vaak denken we aan de langetermijneffecten. Uit onderzoek blijkt dat de invloed van alcohol op de jonge hersenen veel groter is dan we altijd hebben gedacht. Tot het 24e levensjaar zijn de hersenen nog volop in ontwikkeling. Zelfs één keer alcohol drinken kan al schade aan de hersenen aanrichten.
Overmatig alcoholgebruik zorgt ervoor dat de hersenen minder actief zijn en kleiner blijven. Dit kan concentratieproblemen veroorzaken en het zorgt ervoor dat de hersenen zich niet optimaal ontwikkelen. Bovendien heeft wetenschappelijk onderzoek uitgewezen dat alcoholgebruik op jongere leeftijd ernstige alcoholproblemen op latere leeftijd in de hand kan werken. Als je de dus jong begint en veel drinkt, is de kans groter dat je later verslaafd raakt aan alcohol.
Risico’s tijdens carnaval
Het drinken van alcohol op jonge leeftijd levert niet alleen risico’s op voor de toekomst. Pubers die drinken hebben minder controle over hun gedrag en belanden eerder in vervelende situaties zoals ongelukken, vechtpartijen en ongewenste seks. Zeker met carnaval, als grote groepen mensen staan te hossen en bijna iedereen een slok op heeft, kan een puber gemakkelijk in de problemen terecht komen.
Vorig jaar was ik tijdens carnaval 's ochtends met mijn stille stofzuiger het huis aan het stofzuigen, toen de zoon van mijn vriend met een flinke jaap zijn slaapkamer uit kwam. Ik zette de stille stofzuiger uit en hielp hem direct.
Blijf betrokken
Hoe kun je als ouder invloed uitoefenen op het drinkgedrag van je puber? Uiteindelijk moet de belangrijkste boodschap van jou als ouder komen. Het is verstandig je kind tot zijn 18e levensjaar geen alcohol te laten drinken. Is de afspraak thuis tot 18 jaar niet drinken, maak dan duidelijk dat dit ook voor de carnavalsperiode geldt. Geef je puber dus geen biertje of een ander alcoholisch drankje tijdens carnaval ‘omdat het feest is’. Hiermee geef je een onduidelijke boodschap af. Hou het liever duidelijk en simpel: niet drinken, is niet drinken. Ook tijdens carnaval.
Alleen verbieden is meestal niet voldoende en werkt vaak averechts. Het is daarom belangrijk om over het alcoholgebruik tijdens carnaval te praten. Vraag aan je puber waarom hij graag wil drinken en leg uit wat de gevolgen van alcohol kunnen zijn. Hiermee stimuleer je je puber om na te denken over het drinken. Praat ook met je puber over hoe hij zich staande weet te houden in de groep.
Blijf in ieder geval betrokken bij de bezigheden van je kind rond carnaval. Houd zicht op wat je kind doet. Niet door hem voortdurend te controleren, maar door interesse te tonen. Vraag bijvoorbeeld na een feest hoe het was en of het lukte om niet te drinken. Veroordeel je kind niet en maak geen ruzie als het toch mis is gegaan. Probeer liever te achterhalen waarom weigeren moeilijk was en hoe hij dat in het vervolg zou kunnen aanpakken.
